Inleiding
Via de paragraaf Grondbeleid geeft de gemeente aan hoe het grondbeleid wordt ingezet om de bestuurlijke doelstellingen te realiseren.
Kader
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt de volgende eisen aan de paragraaf:

  1. een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;
  2. een aanduiding van de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert;
  3. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  4. een onderbouwing van de geraamde winstneming;
  5. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken.

In de Financiële Verordening van de gemeente Zaanstad is opgenomen dat daarnaast de volgende
onderdelen in de paragraaf grondbeleid moeten worden opgenomen;

  1. de totaal geraamde kosten en opbrengsten van de actieve gemeentelijke grondexploitaties;
  2. de ontwikkeling van de grondprijzen;
  3. de ontwikkeling van de reserves van grondzaken.

Visie op en wijze van het grondbeleid

In de begroting 2013 heeft de gemeente Zaanstad haar grondbeleid beschreven. Hierbij is tevens afgesproken dat in het vervolg alleen de wijzigingen in het beleid worden toegelicht. Bij aanvang van een nieuwe bestuursperiode nemen we een uitgebreide opzet op in de begroting. Het bestaande grondbeleid is in 2016 niet gewijzigd zodat met een verwijzing kan worden volstaan. De strategie van MAAK.Zaanstad heeft in 2017 wel consequenties voor het grondbeleid.

De gemeente wil een impuls geven aan de werkgelegenheid, de woningmarkt en het warmtenet. Initiatieven op dit gebied worden door de gemeente gestimuleerd en gefaciliteerd. Het Zaans portaal is inmiddels de plek waar deze sturing bepaald wordt. Dit door te sturen met regels, inzetten van geld en begeleiding van het ontwikkelproces. Vanuit MAAK.Zaanstad wordt een investeringsagenda opgesteld welke gaat over wat en waar te investeren, maar vooral ook over de kwaliteit van de stad. Voor de uitvoering hiervan wordt een Transformatiefonds in het leven geroepen.
De gemeente kan ook haar grondposities inzetten om in kansrijke gebieden een gebiedsontwikkeling op gang te krijgen. Ook kan worden overgaan tot strategische verwervingen om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan of gewenste ontwikkelingen van de grond te krijgen.
In de paragraaf grondbeleid zullen wijzigingen in beleid of andere werkwijzen worden opgenomen.

Wijzigingen in het BBV per 2016

Per 1 januari 2016 is de boekhoudkundige regelgeving (BBV) voor het onderdeel de grondexploitaties gewijzigd. Als uitwerking van de in maart 2016 verschenen notitie grondexploitaties heeft de gemeente Zaanstad de interne rente en verdisconteringsvoet voor de grondexploitatie berekeningen hierop aangepast. In het Meerjaren Perspectief Grondzaken (MPG) 16.2 staan deze aanpassingen verder toegelicht. Ook heeft de gemeente in de grondexploitatie berekeningen rekening gehouden met risico beperkende maatregelen voor grondexploitaties met een looptijd van meer dan 10 jaar. De laatste berekeningen voor de grondexploitaties staan uitgewerkt in het MPG 16.2. De belangrijkste resultaten uit dit MPG staan in de tabel hieronder.

De ontwikkeling van de algemene reserve van grondzaken

De algemene reserve grondzaken (ARG) fungeert als een buffer tussen de jaarlijkse algemene middelen van de gemeente en de grondexploitaties. De ARG fungeert tevens als een vereveningsreserve, omdat opbrengsten van rendabele plannen worden gebruikt om onrendabele plannen te dekken. Winsten kunnen uiteraard pas ingeboekt worden, als deze daadwerkelijk zijn gerealiseerd.

In onderstaande tabel wordt de verwachte ontwikkeling van de ARG op basis van de actualisatie (MPG 16.2) getoond.

Tabel 1 Ontwikkeling van de ARG (bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

2020

Beginsaldo ARG

9.032

8.334

8.228

8.107

7.983

Grondexploitatie

0

5

0

0

0

Exploitatieovereenkomsten

66

8

0

0

0

Te treffen voorzieningen

98

-119

-121

-124

-126

Saldo ARG

9.196

8.228

8.107

7.983

7.857

ondergrens ARG

5.187

5.187

5.187

5.187

5.187

bovengrens ARG

8.644

8.644

8.644

8.644

8.644

Benodigde weerstandvermogen

6.916

6.916

6.916

6.916

6.916

Afdracht/bijdrage ARG

862

0

0

0

0

De benodigde weerstandscapaciteit voor het dekken van alle risico’s uit ontwikkelactiviteiten is berekend op circa € 6,9 mln. Het beschikbare weerstandsvermogen tegenover de risico’s uit ontwikkelactiviteiten wordt gevormd door de ARG. Zoals de tabel laat zien, is de beginstand (2016) voor de omvang van de ARG € 9,0 mln.

De noodzaak tot eventuele bijstelling van de begrote afdrachten uit of aan de ARG vanuit de algemene middelen wordt jaarlijks aan de hand van de actuele cijfers bij de jaarrekening afgewogen.
Aan de hand van de cijfers uit het Meerjaren Perspectief Grondzaken 16.1 (jaarrekening 2015) bleek dat er circa € 0,9 mln. kon vrijvallen vanuit de ARG en is opgenomen in bovenstaande tabel.
De ARG heeft een bufferfunctie tussen de financiële schommelingen die eigen zijn aan ruimtelijke ontwikkeling en de gemeente-exploitatie. Die bufferfunctie van de ARG brengt rust in de begroting doordat slechts tot aanvulling vanuit de algemene middelen naar de ARG wordt overgegaan als de ARG onder de benedengrens (75%) van het benodigde weerstandsvermogen zou uitkomen, dan wel dat afdracht aan de begroting plaatsvindt als de bovengrens (125%) wordt overschreden. De tabel laat zien dat de beginstand 2017 naar verwachting uitkomt op € 8,3 mln. Dit is circa 121% van het benodigde weerstandsvermogen.