Aandeel in het totaal

Doelenboom

Portefeuillehouder: J. Olthof
Verantwoordelijk directeur: S. Tax

Programmadoelstelling en de rol van de gemeente

Zaanstad is een sociale gemeente waarin kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en waar bewoners zich actief inzetten. Veel inwoners doen dat zonder hulp of inbreng van de gemeente. Voor bewoners die dat nodig hebben, is er passende ondersteuning; laagdrempelig en waar mogelijk dichtbij in de wijk. Onder andere in de vorm van Sociale Wijkteams (SWT’s)Jeugdteams (JT’s) en en verschillende vormen van maatschappelijke of inkomensondersteuning. Het doel is dat iedereen kan participeren, op eigen wijze en naar vermogen.

 

Sinds twee jaar heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de taken op het gebied van de WmoJeugdwet, de Participatiewet en de . Zaanstad vult deze taken op een andere manier in dan voorheen gebruikelijk was. De bewoner en zijn situatie staan centraal bij het zoeken naar een evenwicht tussen kwaliteit van zorg en het beschikbare budget. Samen met hulpvragers wordt gekeken naar wat nodig is. Soms vinden zij zelf al een oplossing met hun netwerk en/of vrijwilligers. Als dat niet lukt, biedt de gemeente ondersteuning, hulp of behandeling door professionals aan. Deze nieuwe manier van werken betekent dat de gemeente hulpvragen minder vaak overneemt. We richten ons erop dat bewoners de regie over hun eigen leven houden of terug krijgen. Voor kinderen en jongeren gaat het er om dat problemen in het opvoeden en opgroeien zo min mogelijk een belemmering vormen voor het leren en het zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. We proberen mensen die hulp zoeken op een laagdrempelige manier te ondersteunen bij het vinden van passende oplossingen. Hierbij staan centraal:

  • Preventie: We willen problemen graag voorkomen. We versterken daarvoor gericht  preventieve voorzieningen en zijn alert op signalen van ongewenste en problematische ontwikkelingen. We investeren in het vermogen tot signaleren bij basisvoorzieningen als kinderopvang en onderwijs.
  • Zelfstandigheid: wij stimuleren dat mensen binnen hun eigen netwerk oplossingen zoeken voor hun problemen of hulpvragen. Ook stimuleren we dat mensen anderen in hun omgeving helpen.
  • Ondersteuning op maat: mensen voor wie het informele netwerk geen of onvoldoende hulp biedt, kunnen een beroep doen op ondersteuning. Dat kan laagdrempelig en dichtbij. De SWT's en JT's bekijken samen met de bewoner/het gezin welke hulp nodig is.
  • Vangnet: voor de kwetsbaarste groepen is er een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig vangnet.

 

In de Zaanse aanpak ligt een sterke focus op samenwerken, proberen, leren en doorontwikkelen. Gaandeweg leren we wat werkt om onze visie te realiseren. We gaan uit van de menselijke maat en leveren maatwerk waar mogelijk en nodig. Dit vraagt veel van alle betrokken partijen, ook buiten de gemeente. Het vraagt vooral vertrouwen en tijd. Daarom willen we in ons leerproces en in onze nieuwe manier van werken voorkomen dat we terugvallen op regels en het overreageren op risico’s. Dit remt innovatie af en leidt mogelijk tot stijgende kosten en een versnippering van onze inspanningen.

 

De nieuwe werkwijze weerspiegelt de stevige ambitie die we in Zaanstad hebben: we willen echt uitgaan van de leefwereld van mensen, niet van systemen. Daar investeren we ook in, door de extra middelen die we vanuit het rijk krijgen daarvoor in te zetten onder de noemer "slim investeren". We kijken hoe we daarmee fundamenteel de beweging naar de voorkant kunnen maken. Dit houdt in dat we problemen willen voorkomen of eerder opsporen en aanpakken, waardoor een beroep op zwaardere zorg zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Soms gebeurt dat door professionals, maar ook hierbij benutten we de kracht in de samenleving. Zo zijn er bijvoorbeeld ervaren vrijwilligers die ondersteuning bieden aan jonge ouders in kwetsbare situaties. Ook richten we specifiek de aandacht op problematische echtscheidingssituaties, waarbij getrainde vrijwilligers ouders begeleiden om tot goede afspraken te komen over de omgang met de kinderen.

 

 

1 Preventie

Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op en ontwikkelen zich daarbij tot zelfstandige mensen. Ouders dragen daarin de belangrijkste verantwoordelijkheid. Volwassenen nemen verantwoordelijkheid voor een gezonde levenswijze.
Zaanstad wil zo veel mogelijk voorkomen dat kinderen en jongeren te maken krijgen met maatregelen op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering. We benoemen hiervoor geen doelstelling of streefwaarde, want iedere maatregel vanuit het gedwongen kader voor een kind of jongere is er één teveel. We volgen wel de trend in het aantal maatregelen, omdat dit iets kan zeggen over de mate waarin preventie slaagt.

In 2017 treedt de wetswijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in werking. De doelstelling van deze wetswijziging is om gemeenten meer onderling vergelijkbaar te maken. Om deze vergelijkingen mogelijk te maken, rapporteren wij in de huidige begroting nieuwe landelijke indicatoren. Vooralsnog worden geen streefwaarden benoemd.

EffectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Ouders beoordelen de gezondheid van hun kind (0-12 jaar) als goed tot zeer goed96% (2011)n.v.t.96%96%96%GGD (wordt 1x per 4 jaar gemeten)
Percentage volwassenen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft88% (2013)85%88%88%88%Zaanpeiling
Jongeren beoordelen eigen gezondheid als voldoende tot heel goed97,5%n.v.t.98%98%98%EMOVO onderzoek 14-en 16-jarigen GGD ZW (wordt jaarlijks gehouden)
Percentage jongeren in klas 2 met (ernstig) overgewicht19% (2013)n.v.t.17%16%15%Jaarrapportage JGZ GGD Zaanstreek-Waterland
Percentage jongeren (tot 18 jaar) met jeugdbeschermingn.v.t.1,0%Nb nieuwe BBV indicator--CBS
Percentage jongeren (12-23 jaar) met jeugdreclasseringn.v.t.0,5%Nb nieuwe BBV indicator--CBS
Verwijzingen Halt (aantal per 10.000 jongeren)n.v.t.135Nb nieuwe BBV indicator--Bureau Halt
Harde kern jongeren (aantal per 10.000 inwoners)1,0 (2014n.v.t.Nb nieuwe BBV indicator--KLPD
Jongeren met een delict voor de rechter (% 12 t/m 21 jarigen)2,9% (2012)n.v.t.Nb nieuwe BBV indicator--Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

1.1 Veilige basis voor ieder kind

De opvoeding en verzorging van kinderen ligt bij de ouders. De gemeente zorgt met de vijf Centra Jong voor informatie, diensten en voorzieningen die ouders kunnen helpen bij het opvoeden en goed laten opgroeien van hun kinderen. Voorzieningen in de wijken en buurten dragen bij aan het welbevinden van de jeugd. De gemeente stimuleert en ondersteunt initiatieven van bewoners, ouders en jongeren zelf. Wij informeren kinderen en jongeren over hun eigen gezondheid en veiligheid. Zaanstad stemt zo veel mogelijk af met instellingen waar kinderen veel tijd doorbrengen, zoals kinderopvang en scholen. Wij zorgen ook voor deskundigheidsbevordering bij opvang- en onderwijsprofessionals, onder andere om met ouders in gesprek te gaan over zorgwekkende signalen van en over hun kinderen. Waar nodig kunnen ouders en jeugdigen terecht bij de Jeugdteams voor hulp en ondersteuning. We stimuleren de vrijwillige ondersteuning van kwetsbare gezinnen door ‘maatjes’ gezinnen. De preventieve inzet draagt er aan bij dat minder kinderen in een onveilige situatie opgroeien, minder gezinnen met een ‘ondertoezichtstelling’ te maken krijgen en minder kinderen uit huis worden geplaatst.

 

De gemeente heeft besloten om buitengewoon opsporingsambtenaren voor de jeugd (Jeugd BOA’s) na de pilotfase structureel in te zetten, om te voorkomen dat jongeren op straat te veel overlast veroorzaken of de grenzen van het toelaatbare overschrijden. Zij zijn er primair op gericht om delinquent gedrag te voorkomen en zijn bevoegd om in te grijpen als hun preventieve aanpak onvoldoende lukt.

 

Prestatie-indicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Aantal themabijeenkomsten opvoedondersteuning in en rond de Centra Jong10090100120120GGD Zaanstreek-Waterland

Activiteiten:

  • Zorgdragen voor opvoedondersteuning vanuit Centra Jong
  • Zorgdragen dat de Jeugdteams jeugdhulp bieden en zo nodig gespecialiseerde hulp inschakelen
  • Integreren van Centra Jong en Jeugdteams
  • Uitvoeren van de Regio-aanpak Veilig Thuis 2015-2018
  • Structurele inzet Jeugd BOA’s

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Preventie bereikt niet iedereen die daar behoefte aan heeft.

Dit kan leiden tot meer hulpvragen bij Sociale Wijkteams en Jeugdteams, meer zorgvragen bij de specialistische hulp en eventueel escalatie van problemen.

De Sociale Wijkteams en Jeugdteams hebben oren en ogen in de wijk en houden een vinger aan de pols waar nodig. De relatie met de kinderopvangorganisaties en scholen intensiveren ten behoeve van het bespreekbaar maken van opvoedings- en gezinsproblematiek. Daarnaast organiseren we bijeenkomsten over bijvoorbeeld opvoedondersteuning.

1.2 Gezond leven

De gemeente ziet de gezondheid van de Zaankanters als een groot goed en daarom stimuleren wij gezond gedrag met gezondheidsvoorlichting en preventieve voorzieningen. Als zich specifieke gezondheidsrisico’s voordoen voor de Zaanse bevolking, speelt de gemeenschappelijke gemeentelijke gezondheidsdienstVeiligheidsregio (GGD) daar op in, onder andere in samenwerking met de .

De gemeente benadert gezondheid zo veel mogelijk integraal. Dat betekent dat ook vanuit andere beleidsterreinen een bijdrage wordt geleverd aan het stimuleren van gezondheid. Zo wordt er bij de inrichting van de fysieke omgeving rekening gehouden met de gezondheid van de inwoners. Ook sport speelt een belangrijke rol, omdat bewegen bijdraagt aan de fysieke gezondheid en het welbevinden van kinderen en volwassenen. Onderwijs is daarbij essentieel, als het gaat om gezonde voeding, water drinken en bewegingsonderwijs. Het programma Jongeren op Gezond Gewicht dat de GGD in Zaanstad uitvoert, weet niet alleen steeds meer partners te binden aan het voorkómen van overgewicht, maar weet ook meer gezinnen te begeleiden waar al sprake ìs van overgewicht bij kinderen. Een andere manier om gezondheid van jongeren te bevorderen is door samen met sportclubs activiteiten voor de jeugd te organiseren.

Wij spannen ons er gezamenlijk voor in dat Sociale Wijkteams, Jeugdteams, huisartsen en verpleegkundigen elkaar in de wijk over en weer weten te vinden vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één contactpersoon’. Hierbij is de wijkverpleegkundige een belangrijke verbindende schakel tussen het medische en het sociale domein.

Depressie blijkt ook in Zaanstad veel voor te komen. Depressie is een voorspeller voor suïcide. We vragen de GGD om in Zaanstad de preventieve aanpak van depressie en suïcide als pilot op te pakken, waarvoor ook landelijke ondersteuning is verworven.

 

 

Prestatie-indicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
De GGD heeft en behoudt het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) certificaat voor de uitvoering van alle bij haar belegde takenn.v.t.JaJaJaJaGGD Zaanstreek-Waterland
Aantal wijken waar de wijkverpleegkundige nauw samenwerkt met het Sociaal Wijkteamn.v.t. want nieuwe functie11111111Periodieke Rapportages Sociale Wijkteams

Activiteiten:

  • Sturen op de kwaliteit in de uitvoering van de wettelijk bij de GGD belegde taken (met name jeugdgezondheidszorg) en andere wettelijk verankerde gezondheidstaken
  • Uitvoeren pilot suïcidepreventie
  • Intensivering van het gezondheidsbeleid
  • Doorontwikkeling van het jeugdgezondheidsbeleid, samen met de GGD, zorgverzekeraars en huisartsen
  • Uitvoeren van de Jongeren op Gezond Gewicht aanpak, om overgewicht bij jeugdigen tegen te gaan

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Onvoldoende afstemming tussen het medische en het sociale domein.

Dit leidt mogelijk tot onvoldoende maatwerk voor de inwoners van Zaanstad, extra doorverwijzingen en een versnipperd systeem.

Afspraken maken met zorgverzekeraars en de (coöperatie van) huisartsen om goede overdracht van gegevens en afstemming te waarborgen.

2 De kracht van wijkbewoners

Mensen in Zaanstad kunnen zelfstandig wonen en meedoen aan de samenleving, helpen elkaar en krijgen waar nodig passende ondersteuning. Hierbij heeft de gemeente niet alleen oog voor de mensen met een hulpvraag, maar ook voor de inspanningen van mantelzorgers en vrijwilligers.

EffectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn4% (2013)17%12%12%4%Zaanpeiling
Percentage Zaankanters dat aangeeft voldoende contacten met anderen te hebben buiten werk, school of eigen huishouden90% (2013)71%91%92%92%Zaanpeiling
Algemene beoordeling Sociale Wijkteams door cliënten3,7 uit 5,0 (2014)n.v.t.4,0 uit 5,0 (2014)4,0 uit 5,04,0 uit 5,0Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep
Algemene beoordeling Jeugdteams door cliënten3,6 uit 5,0 (2014)n.v.t.4,0 uit 5,04,0 uit 5,04,0 uit 5,0Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

2.1 Kracht van de wijkbewoners

De inwoners van Zaanstad wonen zo veel mogelijk zelfstandig thuis en doen mee aan de maatschappij. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van inwoners en organisaties die daaraan bijdragen en zorgt daarnaast voor een aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen. Dat aanbod organiseren wij zoveel mogelijk dichtbij, in de wijk. Sommige specifiekere voorzieningen organiseren we op stedelijk niveau maar wel steeds in verbinding met de Sociaal Wijkteams.

Inwoners met hulpvragen kunnen terecht bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams. Hulpvragen worden besproken in een integraal keukentafelgesprek waarbij breed wordt gekeken naar problemen die een inwoner ervaart. Vervolgens wordt een aanpak afgesproken, waarbij het doel is om de regie over het eigen leven te behouden of terug te krijgen. Hierbij spreken we de eigen kracht aan van de bewoner en zijn of haar netwerk, en levert de gemeente waar nodig een maatwerk-oplossing.

Naast het bieden van ondersteuning bij hulpvragen van inwoners, hebben de Sociale Wijkteams de opdracht om burgerkracht in hun wijken te ondersteunen, te versterken (waar mogelijk) en in te zetten  bij het oplossen van ondersteuningsvragen van wijkbewoners. Dit doen zij bijvoorbeeld door met vrijwilligers voorzieningen in de wijk op te zetten waar inwoners zonder indicatie aan  kunnen deelnemen. Wij willen als gemeente lerend ontwikkelen en vragen ook van de professionals in onze stad om flexibiliteit en creativiteit bij het samen zoeken naar oplossingen en mogelijkheden met bewoners.

De werkwijze van de Sociaal Wijkteams verbreden we de komende tijd verder richting het terrein van de Participatiewet. Dat betekent dat de wijkteams in gesprek gaan met mensen die een uitkering aanvragen of al hebben, om te kijken welke ondersteuning nodig is. Ook hier benutten we de middelen van ‘slim investeren’ om deze uitbreiding van de taken van de Sociaal Wijkteams mogelijk te maken. Het doel is dat meer mensen kunnen meedoen en waar mogelijk hun afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen.

 

Prestatie-indicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Percentage respondenten met langduriger contacten met sociaal wijkteam dat aangeeft zelf verder te kunnen61%n.v.t.62%64%65%Cliëntervaringsonderzoek
Percentage jongeren met langdurige contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnenn.n.bn.v.t.80%80%80%Cliëntervaringsonderzoek
Percentage ouders met langduriger contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen70%n.v.t.75%75%75%Cliëntervaringsonderzoek

Activiteiten:

  • Stimuleren dat de Sociale Wijkteams en Jeugdteams hun werkwijze doorontwikkelen en steeds beter aansluiten bij de vragen en mogelijkheden van inwoners in de wijken, in het kader van “Slim investeren”
  • Versterken van de samenwerking tussen huisartsen met de Jeugdteams en Sociale Wijkteams
  • Intensiveren van de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs
  • Actief monitoren in welke mate Sociale Wijkteams doorverwijzen naar specialistische ondersteuning
  • Uitvoeren tevredenheidsonderzoek medewerkers Sociale Wijkteams
  • Verbreden van de integrale toegang bij de Sociale Wijkteams door ook de toegang tot de Participatiewet bij de Sociale Wijkteams neer te leggen
  • In het kader van de Participatiewet inzetten op activering van inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt met de Pilot Participatie
  • Benutten, aanboren en versterken van netwerken in buurten en wijken
  • Stimuleren inzet vrijwilligers ter ondersteuning van gezinnen
  • Uitvoeren van (cliënten)ervaringsonderzoek
  • Aanbieden van ervaringsdeskundigen als mogelijkheid voor cliëntondersteuning
  • Zorgdragen dat het aantal mantelzorgers dat zich overbelast voelt afneemt

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Het gebruik van specialistische jeugdhulp blijft hoog

De route via de huisarts naar specialistische GGZ is vertrouwd voor zowel het onderwijs als ouders. De Jeugdteams worden onvoldoende herkend als laagdrempelige en deskundige voorziening voor hulp en ondersteuning

Sturing op contracten met specialistische GGZ instellingen; Een stevige samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en huisartsen nastreven en meer investeren in de relatie tussen (zorgcoördinatoren in het) onderwijs en de Jeugdteams

Zorgvragen nemen niet af door te weinig of overbelaste mantelzorgers en vrijwilligers.

De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers is belangrijk bij het leveren van goede zorg op maat. Als zij onvoldoende beschikbaar zijn of overbelast raken, neemt het aantal zorgvragen aan de gemeente waarschijnlijk toe.

De Sociale Wijkteams en Jeugdteams benaderen de mantelzorgers actief en onderzoeken welke ondersteuning zij nodig hebben. Met de hulp van de Sociale Wijkteams, Jeugdteams en andere instellingen onderzoeken wij welke ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers nodig hebben.

3 Gespecialiseerde hulpverlening

De gemeente zorgt ervoor dat gespecialiseerde hulp op maat beschikbaar is voor die inwoners voor wie ondersteuning door het eigen netwerk, vrijwilligers, het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam niet toereikend is. Zo kan iedereen, jong en oud, zo goed mogelijk mee doen in de samenleving en zo zelfstandig mogelijk wonen. Ook dan geldt het principe van één gezin, één plan, één contactpersoon.
Vanaf 2017 wordt voor jongeren met jeugdhulp een effectindicator gebruikt die het percentage van verstrekte specialistische jeugdhulp meet. Voor het aantal cliënten met een maatwerkarrangement Wmo is geen streefwaarde benoemd, omdat een lagere hoeveelheid cliënten niet direct een verbetering in dienstverlening hoeft te betekenen. Wel volgen we de trend om met andere gemeenten te kunnen vergelijken.

In 2017 treedt de wetswijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in werking. De doelstelling van deze wetswijziging is om gemeenten meer onderling vergelijkbaar te maken. Om deze vergelijkingen mogelijk te maken, rapporteren wij in de huidige begroting nieuwe landelijke indicatoren. Vooralsnog worden geen streefwaarden benoemd.

EffectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Percentage Zaankanters met een maatwerkvoorziening dat aangeeft zichzelf beter te redden.n.v.t.80% (2016)n.v.t.80%80%Cliëntervaringsonderzoek WMO
Jongeren met jeugdhulp (percentage jongeren tot 18 jaar)n.v.t.9,1%Nb nieuwe BBV indicator--CBS
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo (per 10.000 inwoners)n.v.t.565Nb nieuwe BBV indicator--GMSD

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

3.1 Specialistische hulp voor wie zelfstandig/thuis woont

De gemeente zorgt ervoor dat specialistische hulp beschikbaar is en contracteert daarvoor in regionaal verband zorgaanbieders. Dit gebeurt binnen de door de raad vastgestelde uitgangspunten zoals keuzevrijheid voor de cliënt en ruimte voor diversiteit van aanbieders: zowel grote als kleine en zowel bestaande als nieuwe. Ook kunnen mensen kiezen voor een persoonsgebonden budget, wanneer zij in staat zijn om dit zelfstandig te kunnen beheren. De specialistische hulp wordt ingeschakeld door het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam. Het gaat om verschillende vormen van ondersteuning, zoals:

  • Maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo. Hiermee zijn mensen in staat langer zelfstandig te wonen en te functioneren wanneer de algemene voorzieningen vanuit de Sociale Wijkteams niet toereikend zijn. Het gaat om arrangementen op maat die bestaan uit elementen van bijvoorbeeld individuele begeleiding, groepsbegeleiding, dagbesteding en hulp in het huishouden. De eerste resultaten van het landelijke cliëntervaringsonderzoek Wmo moedigen ons aan om door te gaan op de ingeslagen weg, om het maatwerk te kunnen bieden dat mensen echt een stap verder helpt.
  • Specialistische jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Indien een kind hulp nodig heeft die de Jeugdteams niet kunnen bieden, zorgt het Jeugdteam ervoor dat het kind de juiste specialistische hulpverlening ontvangt. Streven is dat het kind tijdens het hulpverleningstraject zo veel mogelijk thuis kan blijven wonen. Indien dit niet mogelijk is kan ook hulpverlening met verblijf een oplossing zijn.
  • Specialistische hulp voor mensen met ernstige problemen die zelf niet tijdig hulp zoeken en voor wie verwaarlozing of achteruitgang dreigt. Signalen worden tijdig en zorgvuldig opgepakt, zodat de situatie weer beheersbaar wordt.

Samen met partners in de stad werken we aan de uitvoering van het onderdeel ‘langer zelfstandig thuis wonen’ van de Woonvisie (zie programma 4). Doel is om te zorgen dat het aanbod van wonen en zorg aansluit bij de behoefte, zowel voor ouderen als voor andere bewoners, zoals mensen met een psychiatrische achtergrond. Ook hier stellen we de leefwereld van mensen centraal in plaats van de systemen.

Activiteiten:

Sturen via contracten met zorgaanbieders, zodat zij hun dienstverlening beter aansluiten op de vraag van de inwoners in de wijken.

Zorgdragen voor continuïteit in de ondersteuning aan jongeren tussen 16 en 23 jaar (ondanks de leeftijdsgrens van 18 jaar in sommige regelgeving)

Ontwikkelen van een brede integrale GGZ-aanpak waardoor de bestaande en nieuwe voorzieningen beter op elkaar worden afgestemd ten behoeve van de doelgroep, ook samen met zorgkantoor/zorgverzekeraar

Nieuwe zorg en ondersteuningsvormen aanbieden wanneer de resultaten van de gecontracteerde partijen daar aanleiding voor geven

Zorgen voor een helder proces rond het persoonsgebonden budget Jeugd en Wmo

In het kader van wonen en zorg voeren we onder meer de volgende acties uit: meer communicatie met ouderen over langer zelfstandig thuis wonen, herziening van de labeling, de proeftuin 'Van eenzaamheid naar leefplezier' en het bieden van overbrugging

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Het risico bestaat dat de mate van doorverwijzing door Sociale Wijkteams en/of Jeugdteams naar specialistische hulp niet overeenkomt met de werkelijke ondersteuningsbehoefte (“te weinig” of “te veel” doorverwijzing)

De teams zijn erop getraind om ondersteuningsbehoeften te herkennen en in te kunnen schatten welke ondersteuning nodig is. Het kan zijn dat zij die inschatting niet altijd goed maken, of dat mensen met een ondersteuningsbehoefte niet in beeld komen bij het wijkteam.

Monitoring van doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning. Deskundigheidsbevordering via leertraject en casusbesprekingen. Alert zijn op signalen vanuit bijvoorbeeld specialistische zorgaanbieders.

3.2 Specialistische hulp voor wie (tijdelijk) niet zelfstandig/thuis woont

De gemeente biedt ondersteuning om mensen op te vangen die niet zelfstandig thuis kunnen wonen of dakloos zijn. Voor een deel is deze ondersteuning tijdelijk en erop gericht mensen te laten uitstromen naar een zelfstandige woning en weer zelfstandig te laten meedoen in de samenleving. Dit betreft de opvang van vrouwen die slachtoffer zijn van geweld thuis en de opvang van dak- en thuislozen.
Daarnaast gaat het om kinderen die onder toezicht gesteld zijn of uit huis zijn geplaatst als gevolg van justitiële beslissingen.
Ook bestaat de mogelijkheid van zelfstandig of beschermd wonen voor die mensen voor wie een meer permanente vorm van woonbegeleiding noodzakelijk is. Met de vaststelling van de Regiovisie Kwetsbare Burgers met Multiproblematiek hebben we een nieuwe koers ingezet, die in lijn is met het advies van de landelijke commissie op dit gebied. Dat betekent dat we ernaar streven dat ook mensen met een psychiatrische achtergrond meer in de wijk kunnen wonen met begeleiding, en dat beschermd wonen alleen is voor wie dat echt nodig heeft. Daarbij letten we goed op de relatie met andere bewoners in de wijk. De monitoring van de resultaten rond beschermd wonen is gestart in 2016.

Activiteiten:

Matchen van vraag en aanbod bij wonen en zorg voor kwetsbare groepen. Dit doen wij onder meer door met betrokken partijen zoals corporaties afspraken te maken, de vraag bij cliënten op te halen en te sturen via contractmanagement

Bevorderen dat minder kinderen in instellingen wonen. Daarnaast, als kinderen niet thuis kunnen blijven, bevorderen dat zij in een gezinssetting kunnen wonen

Uitvoeren van de Regiovisie Kwetsbare Burgers met Multiproblematiek

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Het risico bestaat dat het beroep op woonvoorzieningen toeneemt.

Voor volwassenen, met name in kwetsbare groepen, kan het beroep op woonvoorzieningen met ondersteuning toenemen. Dit als gevolg van het rijksbeleid, dat mensen meer/langer zelfstandig wonen (extramuralisering).

Analyseren of het aanbod van wonen en zorg voor kwetsbare groepen aansluit bij de behoefte en noodzaak, in het kader van de actualisatie van de Woonvisie. Indien nodig kan dit leiden tot nadere maatregelen.

Onvoldoende pleeggezinnen beschikbaar voor jeugdigen die (tijdelijk) niet in gezinssettingen kunnen wonen.

Voor kinderen met specifieke problematiek en leeftijd (met name pubers) is het vaak veel lastiger om pleeggezinnen te vinden
In Zaanstad hebben we wel relatief veel pleeggezinnen, maar niet voor alle categorieën jeugdigen.

Samen met specialistische jeugdhulpaanbieders optrekken om verschillende vormen van pleegouderschap (bijv. weekendpleegzorg) beter onder de aandacht te brengen en te waarderen en stimuleren dat er meer ‘gezinshuizen’ in Zaanstad komen.

4 Armoede opgave

De gemeente Zaanstad streeft ernaar dat iedereen naar vermogen en op eigen wijze kan participeren in de Zaanse samenleving. Een belangrijke opgave is om met bewoners, organisaties, ondernemers en initiatiefnemers in de wijk armoede onder Zaanse huishoudens zo veel mogelijk te voorkomen, terug te dringen of te stabiliseren. De bewoners van Zaanse huishoudens die armoede of sociale uitsluiting ervaren, kunnen zo de regie over hun leven weer oppakken.

Armoede staat nooit op zichzelf en gaat vaak gepaard met problematiek die we ook tegenkomen in maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en participatie. De Visie op de Armoedeopgave sluit daarom ook aan bij de visie op de drie decentralisaties. De nadruk ligt hierbij op het voorkomen van armoede, het activeren naar werk en gerichte ondersteuning waar nodig. Hierbij worden bestaande normen en criteria losgelaten ten behoeve van maatwerk en doelmatigheid waarbij we kijken naar de geleverde maatschappelijke bijdrage en opbrengsten van die activiteiten.

In 2017 treedt de wetswijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in werking. De doelstelling van deze wetswijziging is om gemeenten meer onderling vergelijkbaar te maken. Om deze vergelijkingen mogelijk te maken, rapporteren wij in de huidige begroting nieuwe landelijke indicatoren. Vooralsnog worden geen streefwaarden benoemd.

EffectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Begroting 2017Streef- waardeBron
Percentage huishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociale minimum8% (2014)8%8%7%6%Armoedemonitor Zaanstad
Percentage kinderen in de leeftijd tot 18 jaar dat opgroeit in de verschillende groepen die tot de minimapopulatie behoren10% (2014)10%9%9%8%Armoedemonitor Zaanstad
Aantal kinderen in een uitkeringsgezin5,6% (2012)n.v.t.Nb nieuwe BBV indicator--Verwey Jonker – Kinderen in Tel
Te weinig sociaal contact12% (2014)13%12%11%10%Wijkmonitor (Zaanstad in Cijfers)
Inwoners die minder goed kunnen rondkomen van het inkomen20,6% (2014)19%18%16%15%Zaanpeiling (Zaanstad in Cijfers)
Inwoners die slecht kunnen rondkomen van het inkomen5,7% (2014)7%6%5,5%5%Zaanpeiling (Zaanstad in Cijfers)

Om deze doelstelling te bereiken leveren we de volgende prestaties

4.1 Uitvoeren armoedebeleid

Samen met maatschappelijke partners werkt de gemeente aan het beter bereiken van inwoners en aan het eerder signaleren van problematische schulden. Hiervoor ontwikkelt de gemeente een communicatiestrategie waarmee we verschillende doelgroepen effectief benaderen.
Daarnaast ontwikkelt de gemeente in samenspraak met Sociale Wijkteams en maatschappelijke partners preventieve instrumenten en zetten we bestaande instrumenten effectiever in.

Werk is een belangrijke weg om uit de armoede te geraken. De gemeente wil in haar inkomens- en minimabeleid inwoners activeren om weer aan het werk te gaan. Met aanpassingen in het minimabeleid voorkomen we de armoedeval en bieden we een bredere doelgroep passende ondersteuning om uit te armoede te geraken.
In 2015 is gestart met een pilot budget maatwerkondersteuning armoedeopgave. Het doel is om de minimaregelingen te ontschotten en aan te sluiten op de leefwereld van inwoners. Binnen deze pilot zetten we ook in op het stimuleren van sport- en cultuurparticipatie voor volwassenen (via het project Meedoen) om sociale armoede tegen te gaan.
Hiernaast geven we in het beleid schulddienstverlening meer ruimte aan de professional om maatwerk te leveren en preventieve ondersteuning te bieden bij het voorkomen van problematische schulden.

Samen met maatschappelijke en commerciële partners volgt de gemeente een alternatieve route in de schuldenaanpak. Door informatie te bundelen, kan de gemeente problematische schulden eerder signaleren en een gecoördineerde aanpak opzetten, zodat een schuldsaneringstraject kan worden voorkomen. Verder onderzoekt de gemeente in hoeverre het opkopen van schulden in een vroegtijdig stadium hoge maatschappelijke kosten kan voorkomen.

Speciale aandacht gaat naar kinderen in armoede. De gemeente staat voor gelijke kansen voor kinderen en wil de cirkel waarbij armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven doorbreken. Kinderen moeten mee kunnen gaan op schooluitjes, naar sportverenigingen en naar culturele activiteiten (via het project Meedoen). Daarnaast zet de gemeente de Zomerschool voor kinderen met een taal- en kennisachterstand voort.
De gemeente is in gesprek met kinderen op twee basisscholen en jongeren van het Regiocollege over wat zij verstaan onder armoede en tot welke barrières dit leidt. De gemeente wil innovatieve kracht van kinderen en jongeren structureel blijven benutten. Daarom is in samenwerking met basisscholen een ‘kleine Zaanse denktank’ opgericht. Als opdrachtgever van deze kinderen wordt een Zaanse kinderombudsman aangesteld. Deze kinderen geven gevraagd en ongevraagd advies en denken mee over actuele zaken.

Activiteiten:

Verbinden van bestaande preventieve instrumenten van gemeente en maatschappelijke partners en ontwikkelen van nieuwe preventieve instrumenten

Ontwikkelen van nieuwe handelingsperspectieven op het gebied van vroegsignalering van schulden en voorkomen van problematische schulden

Uitvoeren nieuwe beleidsregels schulddienstverlening

Evaluatie en uitvoeren van de pilot budget maatwerkondersteuning en ontschotting minimabeleid

Verbeteren van de regie op de kwantitatieve en kwalitatieve inzet van het instrument bewindvoering

Samen met kinderen werken aan plannen gericht op het bespreekbaar maken van (sociale) armoede onder kinderen en slimme oplossingen voor kinderen in armoede

Risico’s en beheersmaatregelen

Risico

Toelichting

Beheersmaatregel

Onvoldoende capaciteit, kwaliteit en deskundigheid bij de Sociale Wijkteams en Jeugdteams en backoffice.

De Armoedeopgave doet een groeiend beroep op kennis en vaardigheden van de wijkteams.

Vereenvoudiging regelgeving / toegang.Heldere positionering, afstemming en ondersteuning van en door wijkteams. Deskundigheid van de Sociale Wijkteams en Jeugdteams bevorderen door middel van opleiding.Regelmatige benchmark tussen de teams, zodat ze van elkaar kunnen leren.

Wet en regelgeving ingericht op rechtmatigheid.

We willen naar meer maatwerk voor minima, maar stuiten vaak op wet- en regelgeving die dit niet mogelijk maken.

We experimenteren met nieuwe werkwijzen (schuldenproblematiek, budget maatwerkondersteuning) om de grenzen van doelmatigheid en rechtmatigheid te onderzoeken.We zijn in gesprek met ministeries, rond Agenda Stad en Experimenteerwet en we werken hierin samen met andere gemeenten en maatschappelijke partners.

Schaamte en frustratie versus vroegsignalering en preventie

Bij nadruk op vroegsignalering en preventie is er nog geen grondslag om ons met huishoudens te bemoeien. Vanwege het schaamtegevoel en frustratie kan dit een flinke botsing opleveren tussen systeem- en leefwereld.

We werken transparant en nodigen veel betrokkenen uit om samen met ons het beleid vorm en inhoud te geven. We geven aan dat we iedereen nodig hebben. Dit levert begrip op voor het proces. We onderzoeken in hoeverre de inzet van ervaringsdeskundigen kan bijdragen aan een betere aansluiting tussen systeem- en leefwereld.

Perverse prikkels.

Door het loslaten van normen en criteria kan een aanzuigende werking op beleid en voorzieningen ontstaan, terwijl bij maatwerkondersteuning onvoldoende nadruk kan liggen op activering naar werk (uit de armoede).

De gemeente wil oplossing niet zoeken in nieuwe normen of uitsluitingscriteria, maar zich meer richten op het monitoren van plannen en effecten (maatschappelijk rendement).

Lasten incl. toevoegingen2017201820192020
Originele Begroting110.213111.651111.901112.309
Structurele effecten Burap-244-244-244-244
Kadernota438438438438
Beginstand begroting 2017-2020110.407111.845112.095112.503
Autonome ontwikkelingen1.0511.5751.5741.593
Nieuw beleid-764-751-751-751
Beleidsbijstellingen-1.856-1.832-1.574-1.426
Totale lasten begroting 2017-2020108.839110.837111.344111.918
Baten incl. onttrekkingen2017201820192020
Originele begroting 2016-2019-3.112-3.112-3.112-3.112
Structurele effecten Burap0000
Kadernota0000
Beginstand begroting 2017-2020-3.112-3.112-3.112-3.112
Autonome ontwikkelingen-1-1-1-1
Beleidsbijstellingen-958-935-935-935
Aanwendingen reserves-250000
Totale baten begroting 2017-2020-4.321-4.048-4.048-4.048