Inleiding
Kapitaalgoederen zijn investeringen die de gemeente doet die daarna regelmatig onderhoud vergen, zoals wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhouden van kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kapitaalgoederen in de openbare ruimte en vastgoed.
Openbare ruimte
De openbare ruimte bestaat uit kapitaalgoederen zoals wegen, groen, bruggen, kades, verkeerslichten, etc. De instandhouding hiervan gebeurt door het uitvoeren van regulier en groot onderhoud en door vervanging.
In het coalitieakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat de gemeente de komende jaren de onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte niet verder gaat inlopen. Bezuinigingen die zijn ingezet in het vorige coalitieprogramma worden ten uitvoer gebracht.
Op dit moment zien we op landelijk niveau dat de economie weer aantrekt, dat investeringen toenemen en dat er kansen liggen om de werkgelegenheid te stimuleren. De gemeente streeft ernaar hiervan te profiteren door meer synergie met de andere beleidsvelden. Wij koppelen de gemeentelijke middelen zo veel mogelijk aan andere (bouw)initiatieven en investeringen. Daardoor leveren wij gelijktijdig met het inlopen van de onderhoudsachterstanden een bijdrage aan de ontwikkeling van de stad.
De gemeente hanteert ten aanzien van het onderhoud van de openbare ruimte de volgende uitgangspunten:
- Onderhoud wordt uitgevoerd op kwaliteitsniveau B/C, conform de systematiek van het kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur (CROW). Alleen het Inverdan-winkelgebied wordt conform deze systematiek op kwaliteitsniveau A onderhouden
- Wij voeren vervangingen in de openbare ruimte eenvoudig uit op basis van het bestaande ontwerp. Daar waar de openbare ruimte wel opnieuw wordt ingericht, wordt deze aangepast aan de eisen van het hedendaagse gebruik, in overleg met belanghebbenden
- De Wegwijzer Inrichting Openbare Ruimte in Zaanstad (WIORZ) is de richtlijn bij projecten waarbij sprake is van herinrichting
De gemeente actualiseert het meerjareninvesteringsplan (MIP) jaarlijks, waarbij we opnieuw kijken naar de prioritering van vervangingsinvesteringen. Bij het opstellen van het MIP hanteren wij voor de vervangingsinvesteringen openbare ruimte de volgende criteria:
- Waarborgen veiligheid
- Afronding opgestarte projecten
- Vervanging heeft een technische noodzaak
- Voldoen aan wettelijke eisen (zoals de keur van het hoogheemraadschap)
- Naleven gemaakte afspraken met samenwerkingspartners (bijv. subsidieverlenende partijen)
- Integraal werken (geen herbestrating als het onderliggende riool slecht is)
- Inzetten vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, zodanig dat dit leidt tot meer private investeringen en een beter toeristisch klimaat in Zaanstad
- Afstemmen investeringen op lopende programma’s en projecten en op MAAK.Zaanstad.
- Afstemmen investeringen op subsidiekansen, zoals de subsidiestromen voor revitalisering van bedrijventerreinen en toerisme
- Investeringen doen als milieuwinst te behalen is of om mogelijke milieurisico’s af te wenden
- Bereiken van een zo groot mogelijke doelgroep
De gemeente brengt de kwaliteit van de openbare ruimte opnieuw in beeld, conform de Handreiking artikel 12 Financiële verhoudingswet. Dit gebeurt voor die delen van de openbare ruimte waarvoor het mogelijk is om de technische staat te beoordelen aan de hand van een visuele inspectie conform de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013 publicatie 323 (wegen, groen, straatmeubilair, openbare verlichting en beschoeiing).
De Kwaliteitscatalogus openbare ruimte deelt de technische kwaliteit van de openbare ruimte op in vijf categorieën (A+, A, B, C en D). Kwaliteitsniveau D staat hier gelijk aan het hebben van onderhoudsachterstanden; de vervanging van deze delen van de openbare ruimte hadden al moeten hebben plaatsgevonden. Delen van de openbare ruimte met kwaliteitsniveau C moeten de komende jaren worden vervangen.
Op basis van de eerste resultaten van de visuele schouw kan het volgende worden geconcludeerd: de onderhoudsachterstanden worden vooralsnog geraamd op circa € 35 mln, dit komt globaal overeen met de jaarrekening 2015 die gebaseerd was op de huidige gemeentelijke methodiek.
De gemeente stelt de nieuwe Nota onderhoud kapitaalgoederen zo op, dat deze voldoet aan de eerder genoemde ministeriele handreiking. In de nota zal niet alleen inzicht worden gegeven in de actuele onderhoudsachterstanden, maar er zal ook aandacht zijn voor de vraag wat een acceptabele onderhoudsachterstand is.
Financiën
Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) stelt nieuwe eisen ten aanzien van de financiering van de vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte. Op basis van deze gewijzigde regels moeten met ingang van 2017 investeringen met een maatschappelijk nut worden geactiveerd. Met de begroting 2017-2020 is een nieuwe verdeling gemaakt van de bedragen die rechtstreeks in de exploitatie beschikbaar kunnen blijven voor klein en groot onderhoud en de bedragen die we gaan activeren. In onderstaand overzicht is deze verdeling inzichtelijk gemaakt.
(Bedragen x € 1.000)
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | TOTAAL | |
Exploitatie klein en groot onderhoud | 1.675 | 1.675 | 1.675 | 1.675 | 6.700 |
Investering beleidsintensivering | 545 | 545 | 545 | 235 | 1.870 |
Investering bestaand | 17.128 | 17.331 | 17.331 | 17.331 | 69.121 |
Totaal | 19.348 | 19.551 | 19.551 | 19.551 | 78.001 |
Met deze beschikbare investeringsmiddelen worden de onderhoudsachterstanden de komende jaren op een gelijk niveau gehouden van rond de € 35 mln.
Riolen
In het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan 2013 – 2017 (VGRP) is het beleid voor rioolbeheer vastgesteld. In 2017 wordt het beleidsplan geactualiseerd.
In de aangegeven planperiode wordt onderzocht:
- Op welke wijze de kapitaallasten en kosten voor de rioleringszorg kunnen worden verminderd. In de nota Kapitaallasten riolering worden voorstellen gedaan ten aanzien van het afbouwen van de kapitaallasten, onder meer het inzetten van de middelen in de egalisatievoorziening, en kostenreductie.
- Op welke plaatsen zich in de openbare ruimte wateroverlast zal voordoen als gevolg van extreme regenval. Dit onderzoek is inmiddels afgerond en in beeld is gebracht op welke locaties wateroverlast plaatsvindt bij extreme regenval.
- Op welke wijze ten aanzien van bestuursakkoord Water 2010 kan worden ingezet op regionale samenwerking met het hoogheemraadschap en regiogemeenten om te komen tot een doelmatige uitvoering van de rioleringstaak.
Bij de uitvoering van de rioleringstaak moet de gemeente rekening houden met de slechte kwaliteit van fundering van vooroorlogse woningen. Het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel (GAF) stemt zijn taken af op gemeentelijke investeringen in de openbare ruimte om hogere kosten voor vervanging van de openbare ruimte zo veel mogelijk te beperken.
Met het opstellen van het huidige VGRP in 2012 is gekeken naar de onderhoudsachterstanden van de riolering. De onderhoudsachterstanden zijn toen berekend op € 25 miljoen, waarbij er een opgave is om tot en met 2020 190 kilometer aan riolering te vervangen. Eind 2015 was de vervangingsopgave afgenomen tot 90 kilometer. De prognose is dat deze vervangingsopgave eind 2021 is weggewerkt. Daartoe zal jaarlijks 15.000 m1 riolering worden vervangen.
Financiën
De gemeente gaat in de periode 2017-2020 voor € 45 mln aan riolering vervangen en verbeteren.
Met de begroting 2017 zal een nieuwe ‘Voorziening voor bijdragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen’ conform BBV-artikel 44, lid 1d. worden aangelegd die in 2017 met € 6 mln. wordt gevoed vanuit de egalisatievoorziening riolen. Vanuit deze voorziening worden nieuwe activa gedekt. Dit leidt ertoe dat de kapitaallasten na 2017 structureel minder zullen toenemen.
Gemeentelijke vastgoedportefeuille
De vastgoedportefeuille is dynamisch, omdat er altijd panden kunnen worden toegevoegd, verkocht of verhuurd. De gemeente is juridisch eigenaar en draagt zorg voor het onderhoud en in goede staat blijven van het pand . Een uitzondering geldt voor de schoolgebouwen, waarvan niet de gemeente maar het schoolbestuur juridisch eigenaar is.
Alle panden zijn in voorgaande jaren beoordeeld op hun staat van onderhoud. In de Meerjaren Onderhoudsplanning (MJOP) is het totaal gemeentelijk budget opgenomen.
Aan de hand van een aantal vastgestelde criteria (financieel, strategisch en functioneel) is het vastgoed beoordeeld op de bijdrage die het levert in de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Dit heeft geleid tot het benoemen van panden die om die reden in gemeentelijk bezit blijven of juist worden afgestoten. Vastgoed dat in gemeentelijk bezit blijft, wordt zo veel mogelijk ‘marktconform’ verhuurd.
De gemeente beoordeelt het gemeentelijk vastgoed op basis van de zes kwaliteitsniveaus van de norm NEN 2767. Hierbij is de conditie van niveau 1 vergelijkbaar met nieuwbouw en betekent niveau 6 sloop.
Zaanstad heeft besloten het vastgoed dat in beheer blijft bij de gemeente te onderhouden conform conditie 3 en het af te stoten vastgoed conform conditie 5.
Een aantal sporthallen en zwembaden in de gemeente is sterk verouderd en afgeschreven. De gemeente heeft een uitvoeringsplan vastgesteld om de verouderde voorzieningen te vernieuwen. Dit heeft geleid tot diverse investeringen, zoals de nieuwbouw van topsportcentrum De Koog en het nieuwe zwembad Noord. Daarnaast onderzoekt de gemeente momenteel de mogelijkheden tot renovatie van zwembad De Slag. Op de bestaande panden vindt onderhoud plaats volgens het MJOP. Op de panden die worden vervangen door nieuwbouw, zoals zwembad De Watering, sporthal De Tref en sporthal De Sprong, vindt alleen noodzakelijk onderhoud plaats.
De kapitaalgoederen sport vallen onder de vastgoedportefeuille. Een uitzondering zijn de kunstgrasvelden die onder het programma sport vallen. Voor buitensport is de afgelopen jaren een kwaliteitsslag geleverd, zoals het vervangen van natuurgrasvelden door kunstgrasvelden.
Het beheer en onderhoud van schoolgebouwen is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen die het juridisch eigendom hebben. Vanaf 2015 ontvangen de schoolbesturen de middelen voor onderhoud rechtstreeks van het Rijk. De Huisvestingsverordening is aangepast aan deze ontwikkeling. De gemeente blijft verantwoordelijk voor nieuwbouw van onderwijshuisvesting. De plannen hiervoor zijn opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (IHP).
Financiën
Om het vastgoed in gemeentelijk beheer te onderhouden, is voor de komende tien jaar gemiddeld € 2 mln per jaar benodigd. Om hevige fluctuaties in de jaarlijkse budgetten te voorkomen, is er een voorziening waarin deze kunnen worden opgevangen. Daarnaast activeren wij levensduur verlengende onderhoudsingrepen zo veel mogelijk.